Column wethouder Bernard van den Belt: belastingvisie
· leestijd 1 minuut AlgemeenWe doen vaak alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, dat onze straten schoon, heel en veilig zijn. Dat het riool werkt en de straatverlichting het doet. Dat de culturele voorzieningen voor vele Kampenaren in de benen gehouden worden. Dat we openbaar groen hebben, dat onderhouden wordt. Dat er voor een grote groep Kampenaren voorzieningen zijn die het leven voor hen net een stukje minder ingewikkeld maken. Dat onze gemeente leefbaar is.
En gelukkig is het voor veel mensen ook de gewoonste zaak van de wereld, omdat we als gemeente Kampen -met al onze hardwerkende medewerkers- hiervoor dagelijks ons uiterste best doen.
Toch: “voor niets gaat de zon op” en: “gratis bestaat niet”.
Het Rijk betaalt via het gemeentefonds een flink stuk mee aan onze voorzieningen en de leefbaarheid van onze stad.
De rest wordt betaald door u, als inwoner van onze gemeente. Dit doet u door middel van belastingen.
Het innen van een belasting moet nooit een doel op zich zijn. Maar een hoger doel dienen. De afgelopen maanden hebben we gebruikt om met de gemeenteraad na te denken waarom we nu de belastingen innen. Belastingen innen moet niet vanzelfsprekend zijn, maar moet een doel dienen.
Als eerste gemeente van ons land heeft de gemeenteraad (unaniem) een echte Belastingvisie vastgesteld; het resultaat van dit denkproces.
Deze belastingvisie heeft tot enkele belangrijke wijzigingen geleid. Bij de hondenbelasting, toeristenbelasting en precario terrassen binnenstad komen de opbrengsten vanaf 2025 direct ten goede aan het doel waarvoor deze belastingen zijn betaald. Dit zal de gemeente ook elk jaar inzichtelijk maken.
Een belastingvisie geeft duidelijkheid en voorspelbaarheid voor de komende jaren.
Dat element van duidelijkheid, van perspectief en van kaderstellende uitgangspunten, als een van de eerste gemeenten van ons land, is tevens een compliment aan de raad, waar we op z’n Kampens, dus in alle bescheidenheid, ook best een beetje trots op mogen zijn.
Wethouder Bernard van den Belt.
